Pencak silat trainen in Indonesië (deel 1)
In deel 1 van dit artikel vertelt mas Richard over zijn eerste reis naar Indonesië waar hij in de Padepokan Pencak Silat in Jakarta de Jurus Tunggal leert van pak Rifai, mede-grondlegger van deze loop.
Wie een tijd bij ons traint, wil ongetwijfeld een keer het thuisland van pencak silat bezoeken: Indonesië. De archipel is een prachtige, veelzijdige vakantiebestemming, maar de echte fanatiekeling wil er natuurlijk trainen! Iets wat een aantal Manyangers dan ook heeft gedaan. Dit artikel gaat over de ervaring van trainen in Indonesië, hopelijk kan het uitgroeien tot een serie artikelen van verschillende pesilats.
De Manyang-stijl is met onze Guru naar Nederland meeverhuisd. In Sumberpucung of ergens anders in Indonesië is trainen bij de Manyang – op dit moment – niet mogelijk. Gelukkig heeft onze Guru goede contacten met andere stijlen en kun je een heuse pencak silat rondreis maken.
In dit artikel lees je over de eerste trainingsreis van ondergetekende (mas Richard, Manyang familielid sinds 1997) naar Indonesië. Omdat er nogal wat te vertellen is, deel ik het op in stukken.
Indonesische demoteam
In 2007 organiseerden mijn broer mas Patrick, Chantal (inmiddels zijn vrouw), Renske (inmiddels mijn vrouw) en ik ‘The World of Martial Arts‘. Het was ons met de Guru gelukt om het Indonesische nationaal seni-team op dit martial arts gala te laten optreden en seminars te geven. De teamleden verbleven enige dagen verdeeld onder ons en een aantal andere leden van Manyang Den Helder. Een onvergetelijke tijd, dat eigenlijk een eigen artikel waard is. De nu wereldberoemde Cecep Arif Rahman en Yayan Ruhian maakten deel uit van dit team, maar ook bekende pesilats als Syofian Nadar, Putu Spyana, Cece en Iwa en de inmiddels meervoudige ‘Ganda’ wereldkampioenen Ayu en Dwi. Het team inspireerde en motiveerde ons enorm.
Het Indonesisch demoteam inspireerde ons om zelf naar Indonesië te gaan.
Het was een intensieve periode waarin we vriendschappen hebben gesloten met toppers uit de silat-wereld. We wilden hen snel weer ontmoeten en zo vertrokken we met z’n vieren in de zomer van datzelfde jaar naar Indonesië. De Guru heeft ons geholpen met het uitstippelen van de route en zijn goede relaties met onder andere bapak Eddie M. Nalapraya en bapak Rustadi Effendi (pak Tata) hebben deuren voor ons geopend.
Padepokan Pencak Silat
Wauw! Na een bezoek thuis bij pak Tata, kwamen we aan bij de Padepokan Pencak Silat in Jakarta. Dit kun je gerust hét pencak silat centrum van de wereld noemen. Dit is waar je als pesilat minimaal een keer in je leven móet trainen. Een sportcomplex en hotel volledig gewijd aan pencak silat. Het is de thuisbasis van de wereldbond PERSILAT en Indonesische bond IPSI.
Eenheid in verscheidenheid
We verblijven hier een week om de internationale loop ‘Jurus Tunggal‘ te leren. Tunggal staat voor ‘eenheid’, de Jurus Tunggal is de solo wedstrijdloop die voor alle stijlen gelijk is en zo de silat-scholen verbindt. We krijgen les van niemand minder dan – de inmiddels overleden – pak Mohamed Rifai Sahib. Pak Rifai is een van de grondlegger van de Jurus Tunggal, een betere leraar kun je niet krijgen lijkt me!
We beginnen de ochtend met rijst en vlees en gaan vervolgens naar het winkeltje om een vers pencak silat-pak te kopen voor onze trainingen. De verkoopster moet lachen als Renske (die voor Hollandse begrippen kort is) om maat s/xs vraagt. “Nooooh, I’m S”, lacht ze. Chantal en Renske krijgen maat L, Patrick en ik XXL… Aai… Je moet het maar in verhouding zien. In de winkelcentra die we door Indonesië bezoeken zijn overigens ook geen slippers in schoenmaat 43 te vinden… We kopen verder nog wat trainings golok en ik koop het boek ‘Silat Harimau’ geschreven door pak Ade Anwar de coach van het Indonesisch demoteam. Later in de week ontmoeten we pak Ade weer en signeert hij het boek voor me.
Interval!
De training begint met wat rek-en-strek-oefeningen van Kotot en Budih (pak Rifai’s zoon) en dan beginnen we met de eerste stappen van de Jurus Tunggal. De groet in driemaal acht tellen “satu, dua, tiga … tutjuh, delapan“, de “boing” die de gong aan het begin van de jurus imiteert en de rustigere tussenstukjes steeds aangekondigd door “interrrvaallll”. Ik hoor pak Rifai – bijna tien jaar later – nog steeds in mijn hoofd.
We trainen hard en serieus of in ieder geval serieus hard. We staan elke ochtend vroeg op, ontbijten met rijst, vlees en een ei en beginnen met de les. Het is ’s ochtends vroeg al erg warm en we verliezen liters vocht. We trainen tot de lunch, wassen onze pakken in de douche, wringen het uit en in de namiddag gaat het pak weer aan voor nog een paar uur trainen. Dit is andere koek!
Grandioze gift
Pak Rifai is strict, maar heeft ook humor. Dat maakt de trainingen iets lichter. Hij legt goed uit en laat ook zien wat het doel achter de technieken is. Vooral als we met de golok en toya trainen toont hij met plezier de “application of the jurus”. En zo leren we in een kleine week de hele Jurus Tunggal, uiteraard te kort om ook aan de timing en tijdslimiet van 3 minuten te werken. Maar we hebben de technieken gekregen om verder te werken, een grandioze gift van een grootmeester.
Tussen de trainingen door
Tussen de trainingen door lopen we over het terrein van de Padepokan. Kotot laat ons de bibliotheek vol met boeken over pencak silat zien, helaas allemaal in het Indonesisch, maar een indrukwekkende collectie. Er is zelfs een museum. Hier wordt het ontstaan en de ontwikkeling van pencak silat uitgebeeld en zijn veel foto’s en wapens te zien. Prachtig! Ook zijn we getuigen van een tanding clubkampioenschap van de Persaudaraan Setia Hati Terate, geweldig om te zien en wat een opkomst aan jeugdige pesilats!
Tanding clubkampioenschap van de Persaudaraan Setia Hati Terate
Pak Ade neemt ons mee naar het nabij de Padepokan gelegen “Taman Mini Indonesia Indah“. Een miniatuurpark die alle delen van cultuurrijk Indonesië toont. Hier krijg je een goed indruk van de culturele diversiteit van de archipel. Wij blijken met z’n vieren ook een bezienswaardigheid te zijn en vooral Renske en Chantal moeten vaak samen op de foto met totaal onbekende Indonesiërs. Iets wat de hele reis zo doorgaat, zelfs bij het nationaal monument (MONAS) op Merdeka Square, maar ook op Bali waar toch echt wel veel toeristen komen.
Naast het park worden we nog getrakteerd op een ‘Kuda Kepang‘ voorstelling. Een mix van muziek, acrobatiek, mystiek, het heeft zelfs wat weg van pencak silat. De deelnemers halen allerlei – zeg maar gerust vreemde – capriolen uit en dansen rond op namaakpaarden waarna ze door zweepslagen in een trance raken. In hun trance kunnen ze dan bijvoorbeeld glas eten, mas Patrick mocht ze zelf een stuk van een gloeilamp voeren…
Op pad met kang Cecep
Pak Ade vertelt dat ongeveer een week na ons vertrek uit Jakarta een ontmoeting plaatsvindt tussen een groot deel van het Indonesisch demoteam. Erg jammer dat we hen net missen! Maar gelukkig ontmoeten we later op onze reis een aantal van hen.
Op de laatste dag in de Padepokan ontmoeten we Mamang van de Pamur stijl. Hij neemt ons mee door Java, waar we snel vergezeld worden door de inmiddels alom bekende kang Cecep. In het volgend deel vertel ik hier meer over.
Tekst en foto’s zijn eigendom van de auteur en mogen niet gebruikt of verspreid worden zonder toestemming van de eigenaar.
Tags: Ceceppadepokanpak Rifaireistaman minitunggal Alle berichten…